Projectnummer driehonderd en een

Mijn ouders zijn nogal van de projecten. Sinds hun pensioen verzinnen ze steeds weer iets nieuws om te ondernemen. Ik ben de tel kwijtgeraakt, maar ik doe een wilde gok dat het tuinhuisje projectnummer driehonderd en een is geweest. Een beetje zoals een moeder-eend haar kroost telt: een, twee, veel. Want misschien ben ik ooit begonnen met tellen, maar al snel had ik door dat dit geen zin had. Zolang niet altijd verwacht wordt dat ik meehelp, vind ik het ook hartstikke leuk. Ik hoop wel zelf later wat relaxter ingesteld te zijn. Aan de andere kant houdt het je natuurlijk bezig en dat is nooit verkeerd op je oude dag. Goed, het tuinhuisje dus. Ze hadden er nog geen concreet doel voor bedacht, maar dat het moest komen was zeker. Het is natuurlijk gezellig, zo’n minihuisje in de tuin. En handig, voor eh, ja waarvoor eigenlijk? Maar dat was dus een vraag waar ze later pas het antwoord gingen bedenken.

Mag ik je vriend even lenen?

Toevallig is mijn vriend heel handig. Hij kan hele mooie dingen maken. Dus mijn ouders wisten wel wie ze wilden vragen voor het maken van hun tuinhuisje. Enthousiast gingen ze aan tafel om meteen wat te schetsen en het over het materiaal te hebben. Aangezien mijn vriend thuis is in dat soort dingen, wist hij dat meestal douglas hout gebruikt werd voor dit soort projecten. Mijn ouders vonden het een prettig voordeel dat dit soort hout duurzamer is in vergelijking met andere houtsoorten. In de daaropvolgende weken ontwikkelde het project zich gestaag. Het hout werd besteld en mijn vriend en vader begonnen met het bouwen van het huisje. Dit betekende natuurlijk dat ik vaak meeging en mijn moeder gezelschap kwam houden.

Een doel bedenken

Het was wel heel tof om te zien wat voor leuk huisje er in de tuin van mijn ouders ontstond. Mijn moeder en ik begonnen te bedenken wat ze er allemaal mee konden. Uiteraard zou het voor de kinderen van mijn zusje een perfecte plek zijn om te spelen. Maar tijdens het lunchen had mijn vader het erover dat het handig was om daar allerlei gereedschap in kwijt te kunnen. Mijn moeder vond dat een beetje onzinnig, omdat ze een schuur hadden waar alles lag. Een paar weken nadat het huisje klaar was, belde mijn moeder op. Ze vertelde dat zij en mijn vader een briljant doel hadden bedacht voor het huisje. Het zou een perfecte logeerplek zijn. Ik begreep wel wat ze daarmee bedoelden, want ze hoopten natuurlijk dat ik en mijn zusje dan vaker zouden blijven logeren. En ja hoor, ze vroeg wanneer ik en mijn vriend het huisje zouden uitproberen als logeerplek. Aangezien mijn vriend het had gemaakt, vond ik het ook wel leuk om er een keer in te slapen. Mijn ouders gingen direct aan de slag om het huisje leuk in te richten. Projectnummer driehonderd en twee!

Geef een reactie